Skip to main content

We spraken met bijzonder hoogleraar e-Didactiek Nadira Saab over succesvol samenwerken in een digitale leeromgeving. Een bijzonder actueel onderwerp gezien de oplopende besmettingen op scholen. Daarbij komen de bottlenecks van synchroon onderwijs aan bod en vertelt ze wat de randvoorwaarden zijn voor succesvolle samenwerking in een digitale leeromgeving.

Kun je iets meer vertellen over je leerstoel?
“Ik ben onderzoeker bij het ICLON, de lerarenopleiding van de universiteit Leiden waar ik onderzoek naar gebruik en toepassing van e-didactiek in het onderwijs. Dat heeft betrekking op de wijze van het ICT-gebruik en hoe dat effectief door leerkrachten kan worden ingezet.”

Nadira komt direct met een actueel voorbeeld van het Rijksmuseum van Oudheden. Ze werkt op dit moment mee aan de ontwikkeling van een programma waarbij leerlingen via een chatbot met een meisje uit de Romeinse tijd, duizend jaar na Christus, kunnen chatten. “We stoppen nu allerlei informatie in de chatbot zodat men kan leren over die tijd. Techniek verandert didactiek. Dit is daar een mooi voorbeeld van.”

Samenwerkend leren in elektronische leeromgevingen is een gebied waarin je bent gespecialiseerd. Nu zijn ‘elo’s’ door de komst van Teams, Classroom en de coronacrisis in sneltreinvaart ingezet in het onderwijs. Wat is vandaag de dag een elektronische leeromgeving?
“Je refereert aan mijn promotie van 20 jaar geleden waarin ik onderzoek heb gedaan naar samenwerkend leren in elektronische leeromgevingen. Dat was destijds een simulatie-omgeving waarin leerlingen – op afstand en individueel – konden samenwerken om de formule van de snelheid van een balletje te achterhalen. Alhoewel ik het gevoel heb dat een elektronische leeromgeving vaak nog wordt gebruikt als opslagplaats van leermateriaal is er een ontwikkeling gaande waarin steeds meer functionaliteiten worden toegevoegd. Naast de functie van opslagplaats en samenwerken hebben apps nu ook een administratieve functie gekregen. Je kunt video conference calls houden, chatten en er zijn discussiefora bijgekomen. Er is een flink aantal communicatiemogelijkheden aan toegevoegd de laatste tijd.

Er zijn uitzonderingen maar veel docenten zijn digitaal nog aan het zenden. De didactische invulling van een online les, lijkt nu nog te vaak 1 op 1 gekopieerd uit een (min of meer) traditionele, klassikale les. Bepaalde functies van de digitale tools om samen te werken, worden daardoor minder snel gebruikt. Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten dat in de toekomst wel willen doen en nu nog op zoek zijn naar de juiste wijze.”

Je hebt onderzoek gedaan naar synchroon onderwijs, het tegelijkertijd thuis en op school onderwijs geven. Wat zijn volgens jou in de praktijk de belangrijkste bottlenecks om dit succesvol te doen?
“De manier van samenwerken om tot een succesvol resultaat te komen is hierbij van belang. Want samenwerken is niet vanzelfsprekend. Ook niet op afstand. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we leerlingen leren om samen te werken en zichzelf te laten afvragen: wat is effectieve samenwerking en hoe werk je effectief samen?

Nu werkt iedereen in een document waarna de vraag is wie wat heeft gedaan. Door het toekennen van rollen en het ondersteunen daarvan wordt het voor iedereen duidelijk wat zijn of haar functie is. Daar zou een leerkracht meer begeleiding in moeten geven. Een andere manier van effectief samenwerken is door te spiegelen, waarbij je je achteraf heel kort afvraagt of je tevreden was en waar het beter kan.

Ik denk ten eerste dat het kopiëren van een les in de klas naar de online situatie niet effectief is. Dat is tijdens corona natuurlijk veel gebeurd. Want digitale didactiek vergt een ander soort aanpak. Er moet namelijk veel meer aandacht besteed worden aan een korte instructie, veel interactie en samenwerkingsmogelijkheden. Een tweede reden kan zijn dat er teveel instructie wordt gegeven en gezonden wordt, waardoor de aandacht en concentratie naar de achtergrond verdwijnt.

Ik heb het een aantal docenten gevraagd en het heeft ook te maken met de onbekendheid met online lesgeven. Een heel ervaren leerkracht zei zelfs dat het leek alsof hij bij de eerste lockdown een beginnende leraar was. Hij wist de activerende didactiek die hij in de klas wel toepast nog niet goed over te brengen naar een online situatie. Weerstand bij leerkrachten zou overigens ook nog een bottleneck kunnen zijn.”

Zie je hierbij verschillen tussen het basis -en secundair onderwijs als we kijken naar de mogelijkheden van afstandsonderwijs, hybride onderwijs en regulier onderwijs?
“Voor het secundair onderwijs geldt dat heel veel leerlingen van ‘s ochtends tot ‘s middags in Meet of Teams zaten. Ze hadden achter elkaar Engels, Duits, of economie bijvoorbeeld, kregen opdrachten en moesten daarna zelfstandig aan de slag. Dat is echt niet makkelijk – ook niet voor ouders – maar het is wel de basis van afstandsonderwijs. Dan ben je meteen minder aan het zenden als leerkracht. Terwijl men de leerstof in het basisonderwijs daarentegen veel vaker gezamenlijk behandelde.”

Wat zijn de randvoorwaarden om succesvol samen te werken in een digitale leeromgeving?
“Belangrijke voorwaarden zijn een goede instructie, ondersteuning van de leerkracht en de samenwerkingstools moeten goed worden ingezet. De inhoudelijke taak, de onderwijsopdracht, moet daarbij natuurlijk helder en duidelijk zijn. En de ICT-basisvaardigheden moeten in orde zijn. En natuurlijk de applicatie… die moet gewoon werken.”

Op welke manier wordt bij het succesvol samenwerken het niveau vastgelegd (als in toetsen of formatief evalueren) en de voortgang gemonitord?
“Je kunt op verschillende manieren leerlingen beoordelen die hebben samengewerkt. Je kunt het product, de toets, een cijfer geven. Daarbij wordt alleen gekeken naar wat jij hebt gedaan. Maar je kunt ook aan de leerlingen vragen wat hun bijdrage is geweest. En dat is gelijk een reflectiemoment op het samenwerkingsproces. Je kunt elkaar dan een cijfer laten geven, een stukje laten schrijven over hoe het is gegaan of juist tips voor een volgende keer (met verbeterpunten). Je kunt dus op verschillende manieren omgaan met beoordelen op individueel niveau of als groep. Dit betreft zowel het summatieve als formatieve aspect van het beoordelen en monitoren van voortgang. Het formatieve aspect, zoals het monitoren van het samenwerken, is een basis regulatieve vaardigheid die ondersteund moet worden. Dat is plannen, in de gaten houden wat je aan het doen bent en evalueren. Bij zulke zaken hebben leerlingen hulp nodig, want dat kunnen ze echt niet zelf.”

Is er een overeenkomst tussen de lessons learned tijdens corona en je eigen onderzoek?
“De overeenkomst is de vraag hoe je het samenwerken kunt bevorderen voor een beter resultaat. En hoe kun je ervoor zorgen dat applicaties, die technologie, echte meerwaarde krijgt? Daarom vind ik zo’n chatbot interessant, en nieuwe technieken van VR. Ik zou die nieuwe technieken verder willen onderzoeken. Dus hoe we die adaptieve middelen op een effectieve manier beter kunnen integreren in het onderwijs.”

Stel je krijgt 2 miljoen aan onderzoeksbudget, hoe zou je dat nu inzetten, waarom en met welk doel?
Nadira hartelijk lachend: “Ik heb natuurlijk heel veel ideeën. Als ik denk vanuit nood dan zou ik het inzetten op ‘de bevordering van het effectief inzetten van technologie in het onderwijs.’ Want dat gebeurt nog steeds niet genoeg. We weten vaak wel wat we moeten doen alleen gebeurt het nog niet.”

In de nabije toekomst gaat naar Nadira Saab onderzoek doen naar heel interessante onderwerpen op het gebied van onderwijs en moderne technologie. Wij blijven ook dan weer graag bij de les en houden je op de hoogte van haar onderzoeksbevindingen.

Biografie
Prof. dr. Nadira Saab is bijzonder hoogleraar en bekleedt de door Kennisnet gevestigde leerstoel e-Didactiek. Ze studeerde Onderwijs- en Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden en is in 2005 gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar samenwerkend leren in elektronische leeromgevingen.

Van 2007 tot 2014 werkte zij als universitair docent bij de afdeling Onderwijsstudies, Instituut Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden. Sinds 2014 is zij werkzaam bij het ICLON als universitair docent en universitair hoofddocent.

Heb je vragen over ICT in het onderwijs? Cloudwise Academy denkt graag met je mee over het effectief inzetten van ICT-middelen voor (afstands)onderwijs.

Leave a Reply

Support